werk & inkomen zijn sterk ideologisch geladen onderwerpen, daarmee zijn ze ‘politiek’. ik ontkom er dan ook niet aan om wat te schrijven over de uitslag van afgelopen week. ik ben er letterlijk een dag ziek van ben geweest, misselijk, buikpijn en een diep gevoel van onbehagen zoals dat dan heet.
in mijn directe omgeving zijn er ook mensen die op deze partij gestemd hebben, om diverse redenen. je mag best weten dat ik stoei met de loyaliteit, maar ook met de tolerantie en begrip voor intolerantie. maar besef mij ook dat als we elkaar uit het oog verliezen het debat verhard en de oplossingen nog verder weg zijn. het antwoord hierop ben ik nog aan het zoeken.
dat staat los van zorgen die er leven over de zorg, over voldoende woningen, over bestaanszekerheid (en inkomenszekerheid) en over de betaalbaarheid van het leven. veel mensen hebben het gevoel te watertrappelen en dankzij beleid van de afgelopen 13 jaar hebben we het gevoel van schaarste meegekregen, die er voor sommige ook daadwerkelijk is: er is niet genoeg voor iedereen. waardoor we als samenleving in een mindset van schaarste verkeren. er zijn te weinig huizen gebouwd, de inflatie heeft erin gehakt en de zorg staat enorm onder druk. allemaal zaken die op het juiste moment voor een perfecte storm kunnen zorgen. die wil ik graag voor zijn.
dat betekent niet dat ik mij geen zorgen maak over het gemak waarmee grondwettelijke aspecten aan de kant geschoven worden (met zinnen als: zo’n vaart loopt het niet of de soep wordt nooit zo heet gegeten als ie opgediend wordt). in mijn ogen zijn dat speldenprikjes die als ze maar met genoeg mensen zijn, de omstandigheden juist zijn ertoe leiden dat de grondrechten van een heleboel mensen in het gedrang komen. wij versus zij. we zien in andere delen van de wereld wat dat met een samenleving kan doen. dat moeten we voorkomen. waarbij we de voedingsbodem voor extremisme weghalen. daarvoor is het belangrijk dat we de overstap maken naar de mindset van overvloed. er is genoeg voor iedereen.
in mijn boek: echte mannen werken 4 dagen, een frisse kijk op mens, werk & inkomen schrijf ik het volgende:
daarnaast is het basisinkomen niet alleen een stimulans voor het individu, maar ook voor de regio’s. mensen trekken weg uit een bepaalde regio omdat er weinig tot geen werk is, en daardoor nemen ook de kansen voor ondernemers af. als duizend mensen duizend euro krijgen, dan is er in die (achtergestelde) regio ook meer koopkracht en dus ook meer economische activiteit: denk bijvoorbeeld aan de bakker, de kledingwinkel en de supermarkt. het is dus ook een herverdeling van de economisch randstad naar de regio – denk in nederland daarbij aan groningen, maar ook aan limburg, waar de vergrijzing toeslaat, jongeren wegtrekken en de faciliteiten langzaam verdwijnen.
tot slot brengt het basisinkomen het sociale contract terug in de samenleving, met een niet- afdwingbare, maar relationele wederkerigheid waarin mensen hun pro sociale gedrag zullen vertonen. willen we dat mensen meer openstaan voor maatschappelijk noodzakelijke verandering, dan is het van belang dat er een bepaalde mate van bestaanszekerheid is. als je in je bestaanszekerheid wordt aangetast, ben je toch net even wat minder vriendelijk naar de ‘ander’ en zie je die ander eerder als bedreiging. het voorkomt het idee van schaarste en maakt mensen minder ontvankelijk voor populisme en polarisatie.
als samenleving gaan we dankzij het basisinkomen van een mindset van schaarste naar een mindset van overvloed: er is genoeg voor iedereen. direct geld geven is dan een van de meest effectieve, meest menselijke en vaak ook nog eens goedkoopste manieren om de problemen op te lossen. dat laatste moet de nederlander toch ook wel aanspreken.